De gezichtshoek van waaruit Marcus schrijft, beschrijft de Here vooral als de dienstknecht van God. Het Marcusevangelie is een kort, krachtig en goed te begrijpen evangelie. (Zie verder het voorgaande gedeelte over ‘Het evangelie naar Mattheüs’, onder ‘Algemeen’.)
Schrijver en ontstaan
De schrijver heet Marcus. Deze (Latijnse) naam betekent: ‘Beschaafd’; ook mogelijk: hamer. Marcus heeft zijn naam niet vermeld in het evangelie dat zijn naam draagt. Marcus behoorde niet tot de twaalf apostelen. In 1 Petrus 5:13 noemt Petrus hem “mijn zoon”. Dit wijst erop dat Marcus door Petrus tot geloof was gekomen en daarom diens ‘geestelijke’ zoon was. Sommigen menen dat deze evangeliebeschrijving waarschijnlijk is opgetekend rond 63 na Christus. Mogelijk deed Marcus dat vanuit de mond van Petrus.
Naast zijn Latijnse (bij)naam droeg hij ook een Hebreeuwse naam: Johannes. Voorzover we in de Schrift kunnen nagaan, heeft Marcus een veelbewogen leven gehad. Zoals gezegd was hij waarschijnlijk een geestelijke zoon van Petrus. We zien de naam Marcus dan ook voor het eerst vermeld in verband met Petrus (bij diens bevrijding uit de gevangenis, Hand. 12:12). Kolossenzen 4:10 noemt Marcus een neef van ‘Barnabas’. Vanuit Jeruzalem gaat hij samen met Barnabas en Paulus (toen nog Saulus) mee naar Antiochië (Hand. 12:25) en daarna ook mee op de eerste zendingsreis van Paulus en Barnabas. Hij scheidde zich echter van deze twee apostelen af (Hand. 13:13). Dit zou later de reden zijn van een verbittering tussen Paulus en Barnabas, toen deze zijn neef opnieuw wilde meenemen (Hand. 15:38-39). Marcus ging naar Cyprus en blijkt enige tijd later dus in Babel te zijn (1 Petr. 5:13).
Nog weer later bevindt hij zich bij Paulus in Rome gedurende diens gevangenschap aldaar (Kol. 4:10 en Flm. 24). Ook in Paulus’ laatste brief en tijdens zijn tweede gevangenschap in Rome schrijft Paulus over Marcus (2 Tim. 4:11) en is hij inmiddels een waardevolle medewerker van de apostel.
Marcus’ leven laat eigenlijk een beeld zien van hoe het kan gaan met iemand die in de huidige genadetijd tot geloof komt. Al kom je niet direct door Paulus’ boodschap tot geloof en kan er soms zelfs sprake zijn van enige verbittering ten opzichte van de bediening van deze apostel, uiteindelijk kom je toch – in de overdrachtelijke zin van het woord – bij hem in de gevangenschap terecht. Namelijk: bij de erkentenis van de waarheid voor de huidige tijd (aangaande het geheimenis van Christus, zoals dat in Paulus’ gevangenschap bekendgemaakt is).
Doel en bestemming
Het Marcusevangelie lijkt de nadruk te leggen op de Here Jezus Christus als de door God aangestelde Knecht, de Knecht des HEREN. Hij wordt in dit evangelie slechts enkele keren aangesproken met Heer: hoofdstuk 7:28 en 9:24 (alleen Statenvertaling). In de andere evangeliën gebeurt dit veel vaker. Marcus beschrijft de daden en woorden van deze Knecht slechts kort; hij laat een geslachtsregister zelfs geheel buiten beschouwing.
Evenals dat bij het Mattheüs evangelie het geval is met betrekking tot het koningschap, geldt ook hier dat de Heiland in de eerste plaats voor Zijn volk kwam als de lijdende Knecht des HEREN. Daarom beschrijft ook dit evangelie de boodschap aangaande de Zoon van God in de eerste plaats voor Zijn volk Israël. Tegelijk ontdekken we in dit evangelie weinig aanhalingen uit het Oude Testament. Voorzover de lezers uit Israël voortkwamen, waren zij naar het lijkt niet goed bekend met de ‘Schriften’.
Structuur
A. 1:1-8 De voorloper (Johannes de Doper)
B. 1:9-11 De doop met water
C. 1:12 en 13 De verzoeking in de woestijn
D. 1:14-20 Het koninkrijk
E. 1:21-8:30 De Koning
E. 8:31-10:52 De Koning
D. 11:1-14:25 Het koninkrijk
C. 14:26-42 De strijd in de hof
B. 14:43-16:14 De doop in de dood (dood, begrafenis en opstanding)
A. 16:15-20 De opvolgers
Het blijkt dat elk evangelie de aankondiging en verwerping van de Koning en Zijn koninkrijk als centraal thema heeft. Tegelijk beschrijft elk evangelie de Heer vanuit een bepaald perspectief. We zien de Heiland beschreven
als Koning (beschreven door Mattheüs), Knecht (Marcus), Mens (Lucas) en God (Johannes).1
Inhoud
Evenals in de andere Evangeliën, staat het koninkrijk (de punten D, E, E en D), dat op aarde gevestigd zou worden, centraal en wordt daar ruime aandacht aan besteed. Dit begint met hoofdstuk 1:15, waar staat: “De tijd is vervuld en het koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie” en wordt afgesloten met “Voorwaar, Ik zeg u, Ik zal voorzeker niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar nieuw zal drinken, in het koninkrijk Gods” (hfdst. 14:25).
Enkele kernteksten
“De tijd is vervuld en het koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie” (hfdst. 1:15) en
“… wie onder u de eerste wil zijn, zal aller slaaf zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen” (hfdst. 10:44b en 45).
Theologische thema’s
Het doel van dit evangelie is duidelijk. In de 1e plaats wil Marcus laten zien wat het Goede Nieuws inhoudt:
* Het verhaal over Jezus,
* De vleesgeworden Zoon van God,
* Hij sterft voor de zonden van de mens,
* Hij wordt begraven en staat op uit de dood.
Marcus concentreert zich op de gebeurtenissen van de week voor het sterven van Christus Jezus. De eerste dertig jaar van het leven van Jezus beslaan tien hoofdstukken en aan de laatste week zes hoofdstukken. Daardoor is het duidelijk dat Marcus het accent legt op het kruis.
Grote nadruk legt Marcus op het feit dat Christus Jezus, hoewel de Zoon van God, volledig mens is. Als geen ander beschrijft Marcus de gevoelens van Christus Jezus. Hij presenteert Hem als één van ons, behalve de zondigheid. Christus Jezus kende:
* Vermoeidheid,
* Honger,
* Ongerustheid,
* Depressies.
Hij wordt bemoedigd en gesterkt en is wilskrachtig en vastbesloten. Marcus schrijft ook ter bemoediging van de christenen die worden vervolgd. Het voorbeeld van de standvastigheid van Jezus te midden van verdrukking geeft hun kracht om vervolging te weerstaan. Tenslotte wijst Marcus op de macht van Christus Jezus. In het hele boek verslaat Christus Jezus kwade machten:
* Ziekten,
* Onverschilligheid,
* Vijanden,
*· De dood.
God de Vader staat Hem bij en Christus Jezus vervult Zijn opdracht.