Algemeen

Handelingen is een geschiedenisboek. Het is het tweede deel van de beschrijving van de periode die begint met de komst van de Here Jezus in deze wereld en eindigt met de gevangenschap van Paulus in Rome. Het eerste deel van deze beschrijving vinden we in het Evangelie van Lucas. Handelingen neemt een sleutelpositie in het Nieuwe Testament in. Wie het goed leert begrijpen, krijgt daarmee zicht op bijzondere facetten van Gods Heilsplan.

Schrijver en ontstaan

Evenals in het Lucasevangelie vinden we ook in Handelingen de naam van de schrijver niet terug. Zie hiervoor het gedeelte over ‘Het evangelie naar Lucas’.
Wat wel duidelijk is, is de aansluiting die het verslag van Handelingen zoekt op het verslag in het Lucasevangelie. Sluit Lucas 24 af met de hemelvaart van de Here Jezus, Handelingen 1 begint daarmee. Lucas 24 en Handelingen 1 kunnen als het ware over elkaar gelegd worden, waarmee we één complete geschiedschrijving krijgen.
Met ingang van Handelingen 16:10 is Handelingen voornamelijk in de ‘wij-vorm’ geschreven, waaraan we zien dat Lucas vanaf dat moment voornamelijk met Paulus optrok. De beschrijving vanaf dat moment doet denken aan een reisverslag. In ieder geval wordt ervan uitgegaan dat het boek afgerond werd zo rond het jaar 63 / 64 na Christus.

Doel en bestemming

Het doel van Handelingen is overduidelijk een verslag te geven van de historische gebeurtenissen na de hemelvaart van Christus. Tijdens dit boek is een groot aantal van de Nieuwtestamentische brieven geschreven, die daardoor niet als op zichzelf staand kunnen worden opgevat, maar vooral begrepen moeten worden tegen de achtergrond van de geschiedenis in het boek Handelingen!
Daar komt nog bij dat voorzover we geschiedschrijving tegenkomen in de Bijbel dit op de een of andere wijze altijd in verband staat met het volk Israël! Dat geldt dus voor de Evangeliën waar overwegend geschiedenis geschreven wordt, dat geldt voor Handelingen en dat geldt eigenlijk ook voor het boek waarin we geschiedenis beschreven vinden, die nog gebeuren moet: het boek Openbaring.
Sommige uitleggers hebben zich erover verbaasd dat Handelingen zo ‘abrupt’ eindigt. Wel, dat komt omdat Israëls geschiedenis daar (voorlopig) ophoudt. Vanaf Handelingen 28 zijn er wat de heilspositie betreft alleen nog maar heidenen en is Israël (feitelijk waren dit alleen nog maar de twee stammen Juda en Benjamin, het oude twee-stammenrijk) teruggezet in de rij der volkeren, waar het vóór de verbondsluiting in Exodus 19 uit genomen was. Voor zover het profetische woord betrekking heeft op de toekomst, is dat niets anders dan geschiedschrijving van geschiedenis die nog gebeuren moet. En aangezien geschiedschrijving altijd in relatie staat tot Israël, staat ook het profetische woord in relatie tot Israël; en gaat ook Openbaring over Israël!
Het profetische plan heeft betrekking op het zichtbare handelen van God met Israël en de heidenen (in die volgorde); het verborgen plan heeft betrekking op het onzichtbare handelen van God met het lichaam van Christus, dat genomen wordt uit de heidenen, ofwel: alle mensen.
Wie deze grondregels binnen Gods Woord vasthoudt, ontdekt onmiddellijk dat Handelingen nog niets zegt over het lichaam van Christus, maar toewerkt naar de nog toekomstige geschiedenis van het boek Openbaring. Je zou kunnen zeggen: zoals Handelingen aansluit op het Lucasevangelie, zo sluit Openbaring aan op Handelingen.

Structuur

A. 1:1-3 Inleiding.
B. 1:4-2:13 Jeruzalem. Zending door de Heilige Geest. Toerusting van de twaalven.
C. 2:14-8:1a De bediening van Petrus (en anderen) tot het volk in Jeruzalem en het land Israël.
D. 8:1b-11:30 De bediening van Petrus (en anderen) in het land Israël.
E. 12:1-23 Jeruzalem. Petrus gevangengenomen. Verblijf in Ceasarea en afsluiting van zijn bediening.
B. 12:24-13:3 Antiochië. Zending door de Heilige Geest. Toerusting van Paulus en Barnabas.
C. 13:4-14:28 De bediening van Paulus (en anderen) tot het volk in de verstrooiing; los van de Jeruzalem en de twaalven.
D. 15:1-19:20 De bediening van Paulus in verband met de twaalven.
E. 19:21-28:29 Efeze en Jeruzalem. Paulus gevangengenomen. Verblijf in Rome en afsluiting van zijn bediening.
A. 28:30 en 31 Afsluiting.

Inhoud

De inhoud van Handelingen wordt samengevat in de profetische woorden van de Here Jezus in hoofdstuk 1:8. Hier spreekt Hij in de toekomende (niet: gebiedende!) tijd: “… maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde”. De Heiland antwoordt met deze woorden op de vraag of het koninkrijk in die tijd opgericht zou worden (vs. 6). Inderdaad zien we dat het getuigenis in die drie fasen werd uitgedragen:
Jeruzalem, hoofdstuk 1-7
Judea en Samaria, hoofdstuk 8-12
uiterste der aarde, hoofdstuk 13-28
Bovendien geeft Handelingen 1:11 aan wat de hoop in die tijd was, namelijk: de (zichtbare) wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg. Dat is dan ook de toekomstverwachting waarvan de brieven uit de Handelingentijd spreken (zie bijv. 1 Kor. 1:7 en 2 Tess. 1:7).
En zo blijkt dat wanneer – naar de mens gesproken – het verborgen plan van God niet zou zijn begonnen, Handelingen naadloos voorafgaat aan het boek Openbaring waarin Christus’ openbaring centraal staat.
Daarbij is de uitstorting van heilige Geest in Handelingen 2 niets anders dan het begin van het nieuwe verbond tussen God en Zijn volk.

Kerntekst

“Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israël het koninkrijk weder oprichten?” (hfdst. 1:6, Statenvertaling).

Theologische thema´s

De boodschap in de eerste deel van het boek Handelingen wortelt in het Oude Testament. Dat is logisch, want de prediking is vooral op de Joodse gemeenschap gericht. Natuurlijk ligt er een zwaar accent op de daad en opstand van Christus Jezus. Deze boodschap dring krachtig door in Jeruzalem, de stad waar al die gebeurtenissen zijn gebeurd. Bij velen liggen zij nog vers in het geheugen. Het komende oordeel wordt aangekondigd en het eind van de tijd. Het oordeel zal sneller komen dan de meesten verwachten. Dat is gebeurd in 70 na Christus met de val van de stad Jeruzalem. Tenslotte wordt in dit gedeelte van het boek Handelingen een dringende opgeroepen tot bekering en geloof.
In het tweede deel van dit boek wordt de bestaande inzichten van het eerste deel aangevuld met nieuwe inzichten. Omdat het evangelie de grenzen van de Romeinse provincie Palestina overschrijdt, wordt de noodzaak van nazorg duidelijk. Die is onontbeerlijk, wil de christengemeenschap blijven groeien. Het is niet genoeg alleen het evangelie te verkondigen en dan verder te gaan. Er moet aan de dagelijkse zorg en behoefte van de christenen worden tegemoet gekomen. De gemeente is geen plaats waar iedereen alles kan zijn of waar één alleenheerser de dienst uitmaakt. Het is een plaats waar de Geest van God het leven en de eredienst richting geeft, in een ordelijke, goed georganiseerde structuur.
Tenslotte moeten er ook nieuwe manieren worden gevonden om de boodschap duidelijk te maken. Omdat nu de meeste bekeerlingen geen Joodse mensen zijn, staan deze vreemd tegenover het ideeën– en gedachtegoed van het Oude Testament. Er moeten wegen worden gevonden om hen te bereiken, zonder het fundament van het evangelie aan te tasten. De wijze waarop de apostelen deze problemen aanpakken, is een voorbeeld voor ons en verdient navolging.