Algemeen
Beide Korinthebrieven zijn door Paulus geschreven ‘vanuit de verdediging’. De gelovige Korintiërs wantrouwden de apostel, waardoor hij zijn apostelschap als het ware moest onderbouwen (zie bijvoorbeeld hfdst. 9:1). Dit had veel te maken met de partijschappen die er onder hen waren. Hierdoor kwamen zij niet toe aan geestelijke groei. In 1 Korintiërs 3:1 schrijft Paulus dan ook: “En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus”. Hoofdstuk 15 begint hij daarom nog eens met een uitleg van de basis van het evangelie. Uit het verloop van dat hoofdstuk blijkt zelfs dat er onder hen waren die niet eens meer in de opstanding der doden geloofden!
Schrijver en ontstaan
Paulus schrijft de brief samen met Sostenes (hfdst. 1:1), die overste van de synagoge te Korinthe was (Hand. 18:17).
Door allerlei gegevens met elkaar te vergelijken, ligt het voor de hand dat Paulus deze brief in Efeze schreef, toen hij daar een “tijd lang” (Hand. 19:1 en 22 e.v.) verbleef, na zijn eerste bezoek aan Korinthe in Handelingen 18:1 e.v. In 1 Korintiërs 2:3-5; 3:6 en 4:15 verwijst hij naar dit eerste bezoek. Ook Apollos was een bekende in Korinthe (hfdst. 1:12; 3:4 en 16:12), wat maakt dat de brief geschreven moet zijn na Handelingen 18:27 en 19:1. Met 1 Korintiërs 3:6 laat Paulus zien wat we ook in Handelingen terugvinden: Eerst was hij er, en vervolgens Apollos.
Paulus had Apollos ontmoet (hfdst. 4:6) en wel tussen zijn eerste en tweede bezoek aan Korinthe (1 Kor. 16:12). In 1 Korintiërs 16:1 worden de gemeenten te Galatië genoemd, die Paulus (voor de tweede maal) bezocht na zijn eerste bezoek in Korinthe tijdens zijn derde reis (Hand. 18:23), waarna hij in Efeze aan komt (Hand. 19:1; vgl. ook 1 Kor. 16:8 en 19).
Prisca en Aquila bevinden zich te Efeze (1 Kor. 16:19), wat ons erbij bepaalt dat Paulus deze brief schreef vóór de Romeinenbrief; want uit Romeinen 16:3 blijkt dat dit echtpaar weer (zie Hand. 18:2) in Rome was.
Verder zien we dat Paulus Timotheüs gezonden had (1 Kor. 4:17 en 16:10), wat ons brengt op het tijdstip van Handelingen 19:22 waar hij Timotheüs en Erastus naar Macedonië stuurt, terwijl hij zelf nog een tijdlang in Asia blijft (“tot Pinksteren”, 1 Kor. 16:8). Volgens Handelingen 20:4 is Timotheüs op dat moment blijkbaar aanwezig in Griekenland. Ook 1 Korintiërs 16:5 stemt hier overeen met Handelingen 19:21.
De brief werd rond het voorjaar van 57 geschreven.
Doel en bestemming
De gemeente te Korinthe was ontstaan vanuit de synagoge. In Handelingen 18:1 staat dat Paulus te Korinthe komt. Vers 4 vermeldt dan: “En hij hield elke sabbat besprekingen in de synagoge en trachtte Joden en Grieken te overtuigen”. Verschillende Joden kwamen daar tot geloof. Na verloop van tijd was Paulus genoodzaakt de synagoge te verlaten (vs. 5-8). Anderhalf jaar lang woonde Paulus te Korinthe (vs. 11). Al met al een behoorlijk lange periode, waarin hij behalve aan Joden (nakomelingen uit het twee-stammenrijk) ook tot niet-Joden predikte. Natuurlijk zullen zich onder deze niet-Joden heidenen hebben bevonden die van origine zelfs niet tot één van de twaalf stammen Israëls behoorden. Toch zullen er ook heidenen zijn geweest die afstamden van één van de tien stammen. Als Paulus het in 1 Korintiërs 10:1 e.v. bijvoorbeeld heeft over ‘onze vaderen’ en vervolgens over ‘allen’, dan is duidelijk dat hij daarmee verwijst naar het gehele volk van Israël.
Hij omschrijft de geadresseerden als “de gemeente Gods te Korinthe, aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen, hun en onze (Here)” (hfdst. 1:2).
Structuur
A. 1:1-9 Inleiding.
B. 1:10-4:16 Paulus berispt vanuit zijn bediening de gemeente en legt dingen uit.
C. 4:17 De zending van Timotheüs.
D. 4:18-21 Het bezoek van Paulus.
E. 5:1-6:20 De dingen die Paulus ter ore gekomen zijn.
E. 7:1-8:13Dingen die Paulus geschreven zijn.
B. 9:1-15:58 Paulus berispt vanuit zijn bediening de gemeente en legt dingen uit.
D. 16:1-9 Het bezoek van Paulus.
C. 16:10-18 De zending van Timotheüs.
A. 16:19-24 Afsluiting.
Inhoud
De inhoud van deze brief is moeilijk in enkele woorden samen te vatten. In grote lijnen komt het erop neer dat er grote verdeeldheid was in de gemeente te Korinthe. Door ongeloof aan de opstanding, door niet te accepteren dat Paulus een apostel was, door leiders teveel na te lopen, door onzedelijke zaken, door misbruiken bij het avondmaal, door een verkeerd gebruik van de genadegaven, etc., etc. Daarom hebben we voor onderstaande kerntekst gekozen.
Kerntekst
“… weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen” (hfdst. 1:10).
Theologische thema´s
Het is van belang om te realiseren dat de mens door een bekering niet direct volledig verandert. De mens wordt opnieuw geboren, maar dient door de kracht van GOD in hem of haar in genade te groeien.
Een groot deel van deze brief is gewijd aan antwoorden op vragen die de leiders van deze gemeente stelden aan Paulus. Deze vragen hebben betrekking op godsdienstige en theologische problemen. De apostel behandelt de verhouding tussen geloof en leven.
Hij wijst op het geloof als basis van het leven als christen. Paulus gaat vervolgens is op de praktische consequenties en op de beloning die de christen zal ontvangen. In beelden laat hij zien dat niet alle daden van de christen de proef kan doorstaan (3:10-15). Maar sommige daden kunnen dat wel en die verkrijgen eeuwige glans. Hoofdstuk 4 opent met de belangrijke boodschap dat mensen elkaar niet dienen door te veroordelen, dat is de taak van God. Vervolgens zet Paulus een hele reeks van problemen uiteen:
* Rechtsvervolging,
* Persoonlijke grieven,
* Onsterfelijkheid,
* Vragen rond het huwelijk,
* Het eten van offervlees,
* De handelingsvrijheid van de mens.
Daarna geeft hij opheldering over het Heilig Avondmaal, de gaven van de Heilige Geest en leer van de apostelen over de opstanding van Christus Jezus.
Het gedeelte over de gaven van de Heilige Geest (12-14) is belangrijk. Paulus legt uit welke gaven door de Geest worden gegeven en hoe de christen met die gaven dient om te gaan. De basis voor het gebruik van alles wat GOD geeft is liefde (13). Wie buiten die liefde leeft, stelt niets voor. Ook bezit deze alle rijkdom en macht van deze wereld. De opstanding van Christus Jezus (15) is buitengewoon van belang. Al in de tijd van Paulus zijn er mensen geneigd om deze in twijfel te trekken, net als tegenwoordig. De apostel vindt het noodzakelijk om het onderwerp over de fysieke opstanding van Christus Jezus te verdedigen. Het is de basis van het christelijk geloof, waaruit de christen zijn of haar hoop put.
Paulus besluit zijn brief met een serie groeten en een aansporing om de gemeente in de stad Jeruzalem financieel te ondersteunen. Het lijkt in de eerste instantie een bijzaak, maar de Paulus is het van groot belang. De christenen moeten zich bewust zijn van hun onderlinge afhankelijkheid. Het evangelie is vanuit de stad Jeruzalem gekomen en het heeft geestelijk voordeel gebracht voor de christengemeenschap te Korinthe. Zij moeten op hun beurt verantwoordelijkheid nemen voor degenen die in Jeruzalem hebben te lijden. Beide gemeenten zullen zo de éénheid in Christus Jezus ervaren. Van deze eensgezindheid kan de tegenwoordige christengemeenschap veel leren.